geplaatst door Nathalie Hoogeveen op 20 juli 2020 om 13:32
Het is 06.45 uur op zondagmorgen. De mist trekt langzaam op en het Amersfoortse landschap ligt er prachtig bij. De vogeltjes fluiten bij een waterig zonnetje. We hebben de eerste onverharde paadjes al gehad en zijn nog niemand tegengekomen. En dan zegt de ene fietser tegen de andere:
“Ik ben nu al klaar met die zoetigheid”
“Maar… we moeten nog 180 kilometer”
“Pfff…”
Dirty Kanzelled is een initiatief van Laurens ten Dam en co. Omdat de befaamde Amerikaanse gravelrace Dirty Kanza vanwege het coronavirus niet door kon gaan, introduceerde hij een alternatief: bouw zelf een route van 100 of 200 mijl over zoveel mogelijk onverharde paden, vertrek om 06.00 uur en veel plezier ermee. Dus dat deden wij. Althans: we maakten er voor het gemak even 200 kilometer in plaats van mijl van.
200 kilometer dus. Ik had nog niet eerder zo veel uren achter elkaar op de fiets gezeten, dus een goede voorbereiding was wel het minste wat ik kon doen.
Wat ga ik onderweg eten tijdens zo’n lange fietstocht? En hoe ga ik dat allemaal meenemen? De voorpret, het uitstippelen van een goed voedingsplan (en een mooie route) vind ik een van de leukste dingen aan zo’n uitdaging.
Voor een lange rit bereken ik altijd eerst hoe lang ik ongeveer onderweg ben. Zo kun je beter inschatten hoeveel eten je mee moet nemen. De intensiteit waarmee je gaat rijden maakt daarbij ook uit. Ga je drie uur volle bak koersen, of ga je lekker rustig vogeltjes kijken op de fiets? Nu was dat laatste het geval (hoewel ik het niet kon laten om af en toe even gas te geven op een mooie gravelstrook).
Volgens mijn schatting zouden we ongeveer 8 uur gaan doen over deze rit. De brandstof voor zo’n lange fietstocht haal je uit je eten en dan vooral uit koolhydraten.
Koolhydraten worden in je lichaam opgeslagen als glycogeen en tijdens het sporten trek je die voorraad langzaam leeg. Deze moet je dus blijven aanvullen door koolhydraten te eten (of drinken), want als je dat niet doet is de kans op een hongerklop groot, zeker tijdens zo’n lange fietstocht. En dat wil je niet!
In dit geval heb ik als richtlijn 60 gram koolhydraten per uur aangehouden. Dat bekent dat ik in ieder geval 480 gram mee zou moeten nemen op de fiets. Oftewel: een heleboel zoetigheid.
Uiteraard begint de dag met een goed ontbijt. Zo vroeg ontbijten is niet mijn favoriet, maar het moet vandaag toch echt. Met kleine oogjes werk ik mijn standaard havermout-ontbijt naar binnen. En daarnaast dwing ik mezelf om ook nog twee kant en klare banaan-spelt pannenkoekjes van de Appie te eten. Normaal zou ik ze zelf bakken, maar om daar op dit onchristelijke tijdstip nou een half uur eerder voor op te staan… Deze zijn best lekker.
We zijn precies om 06.00 uur vertrokken. Mijn ontbijt zit nog vrij hoog, maar na drie kwartier neem ik alweer een banaan. Ik heb me voorgenomen om elke 45 minuten iets te eten, ook als ik nog geen trek heb.
Zo blijf ik mijn energievoorraad de hele dag aanvullen met repen, zelfgemaakte rijstcake (recept volgt) en bidons met isotone sportdrank. Ondertussen rijden we naar Kroondomein ’t Loo bij Apeldoorn, waar de prachtigste gravelpaden liggen.
Vanwege het coronavirus zijn alle koffietentjes en restaurants nog dicht. Om onderweg toch water bij te kunnen vullen hebben we van tevoren een paar watertappunten opgezocht (www.drinkwaterkaart.nl). Maar op de eerste openbare kraan, bij Paleis het Loo, is een grote emmer gebonden. Shit. Een beetje dorstig rijden we verder.
Een half uur later komen we bij de Loenense waterval een snackkar tegen. Dat betekent: ijskoude cola en chocomel! Gelukkig kunnen we bij een hotel dankzij een vriendelijke receptioniste ook onze bidons bijvullen met water.
We rijden door naar het gravelparadijs, de Loenermark (dikke tip).
Als we daarna in Hoenderloo aankomen is het druk. Wat blijkt: er is een bakker open waar broodjes en koffie worden verkocht. Ik bestel een grote volkoren pistolet met hummus en gegrilde groente en een koffie. We laten ons vallen op een grasveldje en op dat moment denk ik dat ik het lekkerste broodje ooit eet. Eindelijk iets hartigs, eindelijk ‘normaal eten’. Hierna ben ik weer helemaal klaar voor de laatste twee uur.
Dat goede gevoel verandert enigszins na een uur. Met nog iets meer dan twintig kilometer te gaan voel ik dat ik wat slapjes begin te worden. Niet gek, want dit (zo’n lange fietstocht en daarbij zo veel eten) heeft mijn lichaam ook nog nooit meegemaakt.
Eigenlijk heb ik helemaal geen zin meer om nog iets te eten; ik kan geen reep meer zien. Maar een hongerklop is ook niet echt leuk met de finish in zicht. Ik heb twee gels meegenomen voor noodgevallen en ik besluit er toch maar eentje te nemen. Gels zijn heel handig, maar ik zie er toch altijd een beetje tegenop om zo’n slijmerig goedje naar binnen te werken. Deze met appelsmaak is best prima, maar ik spoel hem toch maar snel weg met een halve liter water. Daarna voel ik me weer iets beter. Bijna thuis! Ondertussen ben ik alvast aan het bedenken hoe we deze prestatie gaan vieren.
Met 204,4 kilometer op de teller laat ik me thuis op de bank vallen. Wat was dit een prachtige fietstocht, hoewel ik de laatste kilometers alleen nog maar kon denken aan eten: een groot bord met patat, een garnalenkroketje en een ijskoude cola graag.
Na dit feestmaal eet ik ook nog wat gekookte bimi en een groene salade. Als toetje neem ik een hele grote bak met magere kwark en granola, om de eiwitten wat aan te vullen.
Volgens Strava heb ik met deze rit 4354 kcal verbrand (voor wat het waard is). Onderweg heb ik 416 gram koolhydraten naar binnen weten te werken. Iets minder dan gepland, maar voldoende om zonder hongerklop en met genoeg energie thuis te komen.
En dan nu: op naar het volgende avontuur! (maar eerst nog even herstellen)
hongerklop.cc . Alle rechten voorbehouden.