Drie uur slaap en lek in een donker bos: mijn eerste ultra-bikepacking race

geplaatst door Nathalie Hoogeveen op 8 juni 2023 om 20:41

Na een jaar op de fiets had je misschien gedacht dat ik mijn trouwe Cannondale een paar weken in de schuur zou laten staan. Maar nee. Die 15.000 kilometer fietsen door Europa smaakten vooral naar meer. Nog meer avontuur, nog meer uitdagingen, nog meer uren op de fiets. Gewoon omdat ik daar heel, heel gelukkig van word. Daarom schreef ik me dit jaar in voor twee unsupported bikepacking ultra’s.

Een korte uitleg is misschien wel handig, want deze tak van sport is niet bij iedereen bekend. Simpel gezegd gaat het er bij dit soort ‘races’ om dat je een lange afstand zo snel mogelijk aflegt, op eigen kracht en zonder hulp van anderen. Je hebt dit soort evenementen in allerlei soorten en maten: van kort (500 kilometer) tot lang (4.000 kilometer), op gravel, asfalt of geitenpaden, competitief of recreatief en van Europa tot in Amerika en Afrika.

Om ‘rustig’ te beginnen, schreef ik me als eerste in voor Steppenwolf in Duitsland. Over een offroad route van 555 kilometer zou ik van Berlijn naar het eiland Usedom bij de Oostzee rijden. En dan weer terug naar Berlijn.

Ik had me voorgenomen om mezelf uit te dagen, te kijken hoe ik me zou voelen met weinig slaap en veel uren op de fiets. Maar vooral ook om te genieten. Dat is zeker gelukt: wat een rit!

Bij de start in Bernau bij Berlijn verzamelden de ongeveer 140 deelnemers zich om 7 uur ’s ochtends. Bijzonder aan deze editie Steppenwolf was dat ongeveer de helft van de rijders vrouw was. Vaak zijn de mannen bij dit soort evenementen dik in de meerderheid, maar hier kregen vrouwen voorrang bij de inschrijving.

Het is geen commercieel evenement en alles wordt gedaan door vrijwilligers – die allemaal fantastisch waren, daarover later meer. Er is een vrijwillige bijdrage en alles wat overblijft als de kosten gedekt zijn, gaat naar een goed doel.

Chaotisch begin

Na het ophalen van mijn tracker en nummer kwam ik de drie andere Nederlandse deelnemers tegen. Na een praatje met Dorien, Sandra en Tim moest ik nog even naar het toilet. Zenuwenplasje? Het enige nadeel van al die andere vrouwelijke deelnemers was dat de rij voor de wc enorm was. Één minuut voor de start was ik klaar en toen ik buiten kwam, was iedereen al vertrokken. Snel reed ik met een paar andere laatkomers naar de startlocatie waar iedereen net aan het vertrekken was. Ik moest mijn route nog inladen en had me nog niet ingesmeerd met zonnebrand. Een lekker chaotisch begin dus.

De eerste kilometers reden we als groep de stad uit. Toen we het eerste onverharde hobbelpad tegenkwamen, ging iedereen zijn eigen weg. Het eerste stuk zat ik meteen in de race-modus. Ik wilde bijvoorbeeld niet stoppen om zonnebrand op te doen, want dan zou ik weer ingehaald worden. Na een tijdje dacht ik: joh, doe even rustig, het is nog zo ver! Dus ik schakelde een tandje terug en genoot van de prachtige paadjes en het zonnetje.

Na een kilometer of 130 belde ik voor het eerst met Anton. Hij vertelde dat ik al een tijdje op de vierde plek reed. Ik was totaal verbaasd. Ik had wel veel mensen ingehaald, maar moest ook vaak van mijn fiets om door het mulle zand te lopen, waarna ik weer voorbij werd gereden door mannen met lagere bandendruk (kwam ik later achter). Omdat niet iedereen een tracker had, konden er ook nog meer mensen voor me rijden.

Onderweg moest ik bij drie checkpoints een stempel halen. De route was uitdagend en enorm gevarieerd. Ik reed over glooiende gravelwegen, trails met boomwortels en grote stenen, vervelende kasseien, korte steile klimmetjes waarvoor je van de fiets moest, tractorsporen, door dichte bossen en dus door een heleboel mul zand.

Gekookte aardappelen

Bij het eerste checkpoint in Polen bleek dat ik vijfde lag. Hoewel ik me had voorgenomen om vooral tegen mezelf te ‘racen’, motiveerde dit me toch wel.

Na een korte stop bij het checkpoint ging ik daarom snel weer verder. Met volle bidons en een zak aardappelen die de vrijwilligers hadden gekookt, ging ik op weg naar checkpoint 2 op 307 kilometer, mijn doel voor de eerste dag.

Ik zat er lekker in en voelde me goed. Na een prachtig gravelpaadje langs het water, kwam ik bij zonsondergang aan bij de Oostzee. De laatste uurtjes bij daglicht genoot ik volop van de schitterende omgeving.

Helaas werd het daarna toch echt tijd om voor het eerst in mijn eentje door het donker te rijden. Best spannend, zeker in de bossen. Maar ik had een goede lamp op mijn fiets en een doel voor ogen, dus ik probeerde niet te veel na te denken en ervoor te gaan. Op een drukke boulevard haalde ik de nummer drie in, waardoor ik vol adrenaline het volgende stuk door het bos in reed.

En toen… psssshshhhhh. Toen stond ik stil met een lekke band. En niet zomaar een lekke band, nee. Er zat een scheur van zo’n 4 centimeter in het midden van mijn tubeless band. Daar stond ik, middenin een donker bos, in m’n eentje. Ik baalde enorm omdat het zo lekker ging. Het gat was te groot om te pluggen.

Na vijf minuten kwam de nummer drie, die ik dus net had ingehaald, langs. Jonathan bleef bij me tot ik (na wat geklungel) een binnenband erop had gelegd en verder kon. Ik was wel bang dat ik het checkpoint niet zou halen, want de binnenband kwam een beetje door de scheur in mijn buitenband heen. Maar wonderbaarlijk genoeg lukte het!

Na 15 uur op de fiets kwam ik als derde aan bij het checkpoint. De vrijwilligers zaten al op me te wachten en hadden nog een bord pasta voor me bewaard. Zo lief! Ik besloot om bij het checkpoint te slapen in mijn bivakzak en de volgende dag een fietsenmaker te zoeken. Ik durfde het niet aan om met mijn kapotte band de gok te wagen op al die lastige paadjes vol stenen en takken.

Om 5 uur werd ik wakker, na zo’n 3 uur onrustig geslapen te hebben. Het checkpoint was in het huis van de ouders van de organisatoren en de moeder was vroeg opgestaan om ontbijt voor ons te regelen. Samen met Marei, die gisteren de hele dag een paar kilometer voor me reed, werden we dus wakker met koffie en brood. De moeder zwaaide ons even later uit alsof we haar kinderen waren. Ze gaf me ook nog naald en draad om mijn band te naaien als ik het niet zou redden tot de fietsenmaker.

Nieuwe band

Bij de ferry terug naar het vasteland nam ik afscheid van Marei. Helaas moest ik een omweg van 30 kilometer maken om langs een fietsenmaker te komen. Ik kocht een nieuwe band en wilde hem er zelf op leggen. Na een half uur klooien was dat nog steeds niet gelukt, dus ik ging enorm gefrustreerd terug naar de fietsenmaker om het hem toch te vragen. Toen dat was geregeld, besloot ik mezelf te trakteren op twee rijkelijk belegde broodjes en koffie bij een bakker. Ik nam er even goed de tijd voor, want mijn ‘race’ was nu wel voorbij, dacht ik.

Het was ook fijn om weer eens iets normaals te eten, want ik was na de eerste dag al helemaal klaar met alle zoete shit die ik elk uur van mezelf naar binnen moest werken. Achteraf was dit misschien wel het zwaarste van de hele tocht: het blijven eten. Ik had een alarm ingesteld op mijn wahoo, waardoor ik er elk uur aan herinnerd werd dat ik moest ‘snacken’. Maar na een paar keer was de lol daar wel vanaf.

Na mijn bandenwissel volgden de moeilijkste uren van de hele rit. De route naar checkpoint 3 was een stuk uitdagender dan het eerste deel, ik baalde van mijn pech en had het fysiek ook voor het eerst echt zwaar. Ik focuste me op trappen, eten en drinken, maar ik kwam ook heel lang niks tegen om mijn voorraad bij te vullen.

Om 7 uur kwam ik met flinke dorst eindelijk aan bij checkpoint 3. Onderweg was ik ook nog een paar keer de route kwijtgeraakt en moest ik middenin een dicht bos zoeken naar een klein paadje. Later bleek dat dit een foutje in de route was. De mensen die na mij kwamen, mochten het stuk overslaan.

Na weer een bord pasta van de lieve vrijwilligers ging ik verder. Bij het checkpoint kwam ik ook de andere Nederlander Tim tegen. Even twijfelde ik om daar te blijven slapen, maar de fanatiekeling in mij wilde toch nog proberen om verder te komen. ‘Je kunt nog eerste Nederlander worden’, grapte Tim.

Dotwatcher in het wild

Op een lastig stuk in het bos, waar ik over omgevallen bomen heen moest klimmen met m’n fiets, hoorde ik even later opeens een koebel. Er stond iemand! Twee hele dagen was ik niemand tegengekomen in de bossen, dus dit was heel bizar. Het bleek een dotwatcher te zijn, iemand die de race volgde via de trackers. Zo grappig! Na een kort praatje ging ik vrolijk weer verder in de schemering.

De route was nog steeds lastig, met smalle paadjes en weer veel boomwortels. Het werd langzaam donker. Na mijn pech in de eerste nacht had ik niet zo veel zelfvertrouwen om weer zo lang door het donker te fietsen. Ik twijfelde wel, want ik zag de uitdaging er ook wel van in. Maar toen ik voor de zoveelste keer het juiste paadje niet kon vinden in het donker, besloot ik te stoppen om te slapen. Heel toevallig kwam ik op dat moment langs een camping. De receptie was al dicht maar een paar vaste bewoners vonden het prima dat ik mijn slaapmatje voor een paar uurtjes op een veldje neerlegde.

Ik sliep van 23 tot 3.30 uur en ging verder toen het weer een beetje licht begon te worden. Nog 110 kilometer naar de finish!

Ik was blij met mijn besluit om ‘s nachts te stoppen, zeker toen ik na een paar kilometer op hoge snelheid onderuit ging in het mulle zand. Gelukkig niks gebroken.

Zo vroeg in de ochtend zag ik ook nog een heleboel dieren: tientallen hertjes, dassen, hazen en zelfs twee kleine vosjes die een tijdje met me mee renden. Magisch.

Na een ontbijt met Snelle Jelle (die inmiddels mijn neus uit kwam) en Red Bull langs de kant van de weg maakte ik weer wat tempo. Ik voelde me weer wonderbaarlijk goed en sterk.

Na 51 uur en 38 minuten kwam ik aan bij de finish in Bernau. Daarmee eindigde ik als vierde, ongeveer twee uur achter de nummer drie. Een zak chips smaakte daarna nog nooit zo goed.

Maar belangrijker: ik heb zo zo zo enorm genoten! Na het afgelopen jaar op de fiets had ik niet gedacht dat iets bij die ervaring in de buurt zou kunnen komen, maar Steppenwolf overtrof al mijn verwachtingen. Alle vrolijke, behulpzame en (net zo gekke) mensen, de prachtige route, de sportieve uitdaging… het was fantastisch.

Op 9 juli mag ik weer. Dan rijd ik The Bright Midnight in Noorwegen, een tocht van 1.000 kilometer. Ik kan niet wachten! De race zal ook dan weer te volgen zijn via livetrackers. Ik zal een linkje plaatsen op mijn instagrampagina: @hongerklopcc.

hongerklop.cc . Alle rechten voorbehouden.