geplaatst door Nathalie Hoogeveen op 16 juni 2022 om 20:19
Stel je voor: je zit lekker in je tuin een boek te lezen als er opeens twee bezwete fietsers voor je neus staan. Ze vragen of ze hun tent op je erf mogen neerzetten. Wat zou je doen?
Dit verhaal gaat over de lieve en bijzondere mensen die we al hebben ontmoet tijdens deze reis. En over de mooiste dag op de fiets tot nu toe.
Op een camping in Noord-Macedonië raken we aan de praat met fietsers Mathias en Jasmien. Het Belgische koppel had onderweg naar China (!) al vaker bij mensen om een stukje gras voor de tent gevraagd. Hoewel we eerst nog een beetje onze twijfels hadden bij het idee, zijn we ook benieuwd naar wat er zou gebeuren als we het gewoon zouden proberen. Dus dat doen we een paar dagen later in Montenegro.
Na een prachtige rit door de bergen in Noord-Albanië nemen we afscheid van het land waar we inmiddels een zwak voor hebben gekregen. In Montenegro is wildkamperen officieel niet toegestaan, dus als we rond vijf uur nog geen camping zijn tegengekomen, lijkt het ons een mooi moment om uit onze comfort zone te stappen.
We rollen een heuvel af naar een prachtig houten huisje op een groot grasveld met koeien eromheen en lopen op een man af, die vanaf het balkon meteen gebaart dat we verder moeten komen.
Voor deze reis had ik me niet kunnen voorstellen dat ik zoiets zou doen. Ik zou mezelf eerder verlegen dan brutaal noemen en voor zo’n actie moest ik, samen met Anton, toch wel een flinke drempel over.
‘Of jullie de tent hier mogen opzetten? Natuurlijk, geen probleem! Kom verder, en drinken jullie alcohol of sap?’
Anton en ik kijken elkaar grijnzend aan. Wat gaan we nu weer meemaken? Voor we het weten hebben we een rondleiding door het vakantiehuisje gehad en zitten we op de veranda te praten met de vrouw, die in tegenstelling tot haar man goed Engels spreekt. We krijgen een ijskoud biertje en een bord met koekjes en snoep om mee te nemen naar de tent. Zo lief!
Als we onze tent hebben opgezet, komt de man met zijn zoon langs om te vragen of Anton mee gaat vissen in de rivier. Natuurlijk! De achtjarige dochter komt bij mij zitten en oefent haar Engels. Ik moet haar naar een willekeurige vlag van een land vragen en dan weet ze precies hoe die eruit ziet. Alleen de Afrikaanse landen kent ze nog niet zo goed.
De volgende ochtend zitten we net te bedenken wat voor ontbijt we kunnen improviseren (wraps met nutella?) als Aleksandr op ons af komt lopen met een plastic tasje. ‘Breakfast!’ roept hij. De lieve man was naar het dorp gereden om voor ons byrek (bladerdeeg met gehakt) en yoghurt te halen. Even later komt hij ook nog met koffie aanzetten. De jongste dochter komt ook nog even kletsen en wil graag een foto met mij maken: ‘for my memory’.
Terwijl we onze fietsen even later weer over het steile pad terug omhoog duwen, staat het hele gezinnetje ons uit te zwaaien op het balkon. Mijn hart smelt nu weer als ik eraan denk; deze ontmoeting gaan we niet snel vergeten.
Toen ik thuis de mogelijke routes door de Balkan zat te bekijken, keek ik al erg uit naar Montenegro en de weg door Durmitor National Park. We hebben wel gezien dat er een week geleden nog sneeuw lag op de pas, dus we weten niet helemaal zeker of de weg wel open is. En ja hoor, vlak voordat we gaan klimmen, komen we een fietser tegen die zegt dat de pas dicht is. Shit. ‘Maar je kunt wel naar het begin fietsen, dat is vier kilometer klimmen’, zegt ze. ‘Daar is het ook mooi.’
Omdat we toch alle tijd hebben, besluiten we dat maar te doen. En jongens, daar krijgen we geen spijt van! Het is moeilijk te beschrijven hoe vet dit landschap is, maar op de foto’s krijg je een idee.
Na een paar kilometer klimmen met prachtig uitzicht op de besneeuwde bergen en kleine meertjes, komen we een andere fietser op een mountainbike tegen. Deze vrouw zegt dat het best te doen is! Ja, er ligt op twee plekken flink wat sneeuw en je moet misschien een stuk lopen met je zware fiets, maar zij komt van de andere kant (en leeft nog). Dat geeft ons wel weer hoop. Misschien kan het toch?
Na weer een stukje klimmen zien we de eerste sneeuw liggen. Er staat een auto die de weg blokkeert en een paar mensen met motoren staan te kijken. We zien dat het best meevalt met de sneeuw, stappen af en lopen twintig meter door de natte prut. Daarna kunnen we alweer fietsen. Dit gaat goed!
Geluksdag
Na nog een paar passages met natte sneeuw op de weg zijn we al boven. Op 1.900 meter, het hoogste punt van onze reis tot nu toe. Aan de andere kant van de berg zien we nog meer stukken met flink wat sneeuw, maar het blijkt weer onze geluksdag: er is een bulldozer bezig om de sneeuw weg te schuiven! We lunchen op de top van de berg met een broodje chocopasta en als we klaar zijn, komt de shovel boven. ‘Bedankt!’, gebaren we. En we kunnen weer door.
Na nog een schitterend stuk afdalen zoeken we een plek op om te kamperen. Die vinden we bovenop een heuvel, met 360 graden uitzicht op de bergen en de vallei. Montenegro is prachtig.
De volgende ochtend worden we in alle rust wakker. Dit keer zijn er geen schapen, koeien of mensen die ons wakker maken; we staan helemaal alleen op de heuvel en genieten van de opkomende zon en het uitzicht.
We fietsen naar de stad Niksic, waar we een potentieel goede wildkampeerplek op het oog hebben bij een meer. Wanneer we daar aankomen blijkt er een flink nadeel te zitten aan de locatie; er is een hond die ons al een tijdje volgt. Hij lijkt niet gemeen, maar begint wel meteen aan onze tas met eten te snuffelen. Even lekker rustig zitten en koken zit er hier dus niet in en we besluiten om verder te fietsen.
Helaas geeft de hond het niet zo makkelijk op. Hij volgt ons helemaal terug naar de grote weg en rent hard blaffend achter ons aan. We proberen hem af te schudden met een tempoversnelling, maar de weg loopt aardig omhoog. We raken al snel uitgeput na een lange dag op de fiets, maar moeten tegelijkertijd ook lachen om het gekke, volhardende beest. Na een kwartier zweten zijn we hem kwijt, alleen nu moeten we nog een slaapplek zoeken. Het is inmiddels al een uur of zeven.
In de verte zien we een café met prachtig uitzicht op het meer. ‘Daar maar eens vragen?’ De man begrijpt eerst niet wat ik bedoel, maar als ik een foto van onze tent tussen de koeien bij Aleksandr laat zien begrijpt hij het. Lachend loopt hij naar zijn terras en wijst hij een plek aan waar we de tent kunnen neerzetten. Top! Opgelucht bestellen we twee halve liters.
De man, die Drago blijkt te heten, spreekt nauwelijks Engels maar hij kent wel veel Nederlandse voetballers: Cruijff, Van Basten, Gullit. Op die andere speler kan hij niet komen, maar na een telefoontje naar een vriend weet hij het: Koeman! ‘Blondie.’
Drago geeft ons ook de sleutel van zijn bar, zodat we naar het toilet kunnen ‘s nachts. De volgende ochtend zien we hem niet meer, dus we schrijven een bedankbriefje. Hvala & dovidenja, oftewel: bedankt en tot ziens. En als wij ooit een huis met een stukje gras hebben, dan weten we wel wat we zouden doen als er twee gekke fietsers voor onze neus staan.
hongerklop.cc . Alle rechten voorbehouden.